Close

Zouk

Zouk wordt gedanst als koppel, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt zijn pakt de man de vrouw vast in haar taille en de vrouw slaat haar armen om de nek van haar begeleider. Het is afkomstig van de dans de biguine of van het ritme van het carnaval van de Franse Antillen (Martinique en Guadeloupe) genaamd ‘mas a sinjan’ (masker van Saint-Jean), met hierin funksynthesizers, rockgitaren en de soukouss, een koperen blaasinstrument . We zien ook invloeden van de muziekstijl kompa uit Haïti.
Pas later is de langzamere stijl ‘zouk love’ ontstaan.

Omdat in Brazilië lambadadansers de zoukmuziek gebruikten nadat de lambadamuziek min of meer uitstierf, is een nieuwere variant van de lambadadans ook ‘zouk’ gaan heten. Deze ‘Braziliaanse zouk’ lijkt niet op de originele Caribische variant, maar is een mix van moderne dans en lambada, waarbij het lange haar van de vrouwen een grote rol speelt. Vooral in de tragere zouknummers is de rol van moderne dans goed zichtbaar. In de afgelopen jaren is ook reggaeton en RnB een grote rol gaan spelen in de ‘Braziliaanse’ zoukdans.

Men zou kunnen stellen dat de Zouk de “nieuwe Lambada” is. Omdat het ritme van de zouk perfect geschikt is om Lambada op te dansen, is in Brazilië de Lambada de basis van de dans die bij Zouk hoort. Omdat veel zoukmuziek Franstalig is, noemen Brazilianen Zouk soms de “Franse Lambada”. De oorspronkelijke Lambada is een vrij snelle dans, die vooral in de jaren 1980 populair was. De muziek is echter nauwelijks nog in trek. De dans is rustiger en zwieriger, en wordt daardoor als sensueel en romantisch ervaren. Opvallend bij Zouk is net als bij de Lambada het vele “haarzwaaien”: het haar wordt door een knik of draai met het hoofd naar voren -, naar achteren -, of opzij gegooid. Dit kan zwaar zijn voor de nek. Door het vele achteroverbuigen van de dames, krijgt ook de rug het zwaar te verduren. Deze bewegingen schrikken sommige mensen af, omdat ze bang zijn voor blessures. Toch kan Zouk ook prima zonder deze bewegingen worden gedanst. Er zijn ruwweg drie dansen die sterk op elkaar lijken. De langzame en sensuele Zouk, die gestapt wordt op 1-34 in een vierkwartsmaat (lang-kort-kort) en veel diepe bewegingen telt, de oorspronkelijke Lambada waarbij wordt gestapt op 123 en de nadruk ligt op de bewegingen boven de gordel, en daarom geschikt is voor veel snellere uptempomuziek. En een tussenvorm, de Lambazouk, die de 123 als basis neemt, maar veel van de diepe bewegingen van de Zouk heeft overgenomen.